Zoersels klimaatbeleid in cijfers

06 Mei 2025

Zoersels klimaatbeleid in cijfers

In 2021 lanceerde de Vlaamse overheid het LEKP (Lokaal Energie- en Klimaatpact).

Als schepen voor klimaatbeleid was huidig Groen gemeenteraadslid Marc De Cordt toen de stuwende kracht achter de ondertekening van het pact en van twee latere versies met extra engagementen door onze gemeente. Met de ondertekening van het pact verbond Zoersel zich om een reeks inspanningen op klimaatvlak aan te gaan in ruil voor financiële ondersteuning door de Vlaamse overheid.

Onlangs ontving onze gemeente het LEKP-rapport met een overzicht van de procentuele  realisatiegraad van de doelstellingen op 31/12/24 t.o.v. het einddoel tegen eind 2030.

Vergroening

Natuurgroenperken (o.a. ByeByeGazon campagne) - 100 % 

Haag- en geveltuinbeplanting - 26 %                   

Extra bomen (bomen in bosverband tellen niet mee) - 11 %                  

Renovatie en hernieuwbare energie

Coöperatieve energieprojecten (o.a. windturbines Storm) - 100 % 

Georganiseerde klimaattafels (o.a. project Bloemenwijk) - 100 %                 

Collectieve energiebesparende renovaties - 1 %                  

Mobiliteit

Laadpalen voor elektrische wagens - 65 %

Deelwagens - 4 %                  

Extra fietspaden - 1 %                  

Droogteproblematiek

Hemelwateropvang (o.a. buffervoorziening Kwikaard) - 100 %

Extra ontharding - 7 %                  

Gemeentelijke organisatie

VerLEDding openbare verlichting - 47 %

Primaire energiebesparing - 44 %                  

CO2 reductie lokaal patrimonium - 27 %                                                                                           

Bij de voorstelling van het LEKP-rapport tijdens de gemeenteraad van 22 april noemde Groen het onbegrijpelijk dat de huidige Vlaamse regering besliste om de financiering voor het LEKP stop te zetten in 2026. Of lokale overheden daarna in een andere vorm nog steun vanuit Vlaanderen zullen ontvangen voor klimaatacties, is momenteel nog hoogst onduidelijk. Bevoegd schepen Jan De Prins kon er niets meer over vertellen.